Na in de vorige nieuwsbrief een positief bericht over het melden van gesloten bodemenergiesystemen onder de omgevingswet, blijkt het verkrijgen van een omgevingsvergunning voor open bodemenergiesystemen vaak nog op zich te laten wachten. Van meerdere leden hebben wij de terugkoppeling gehad dat omgevingsdiensten om uitstel vragen voor de vergunning van een open bodemenergiesysteem.
Eén van de oorzaken hiervan is dat omgevingsdiensten zoekende zijn naar hoe alle aspecten van het bodemenergiesysteem in de vergunning opgenomen moeten worden. Onder de omgevingswet kunnen namelijk alle activiteiten die onder de omgevingswet vallen, in één aanvraag gedaan worden. Voor een open bodemenergiesysteem is het dus mogelijk om zowel het lozen van grondwater voor het ontwikkelen en onderhoud als het onttrekken en infiltreren van grondwater onder dezelfde aanvraag te doen. De ervaring leert dat omgevingsdiensten nog aan het zoeken zijn op welke manier de lozingsroute opgenomen moet worden in de vergunning.
Participatie en m.e.r.
Een ander punt dat in de vergunningsaanvraag moet worden beantwoord is of er participatie heeft plaatsgevonden. Wanneer dit niet plaatsgevonden heeft, moet in de vergunningsaanvraag worden aangegeven waarom dit niet is gedaan. Ook is er nog geen consensus of een m.e.r.-beoordeling nodig is. In principe is de m.e.r.-beoordelingsplicht onder de omgevingswet vervallen, maar hoe de omgevingsdiensten hiermee omgaan lijkt nog te verschillen.
Meer eenduidigheid nodig
De juridische werkgroep hoopt dat er meer eenduidigheid komt tussen de omgevingsdiensten en gaat proberen hier actief op aan te sturen. Vooralsnog is het advies om te rekenen op vertraging in het vergunningstraject. Wij verwachten dat vertragingen gedurende het jaar zullen afnemen als er meer ervaring is opgedaan met het uitgeven van een omgevingsvergunning.
Mocht u verder vragen hebben dan kunt u contact opnemen met juridisch@bodemenergie.nl.