Raadpleeg de Kennisbank

Ontwerptemperatuur

U bent hier:

Achtergrond en aanleiding

De ontwerptemperatuur is allesbepalend voor het rendement van het bodemenergiesysteem. In het warmtepomp-bodemenergiesysteem kunnen we vijf ontwerptemperaturen onderscheiden:

  1. Afgiftetemperatuur ruimteverwarming – voor een lage-temperatuur verwarmingsysteem ± 35 oC
  2. Afgiftetemperatuur tapwaterbereiding ± 55 oC
  3. Brontemperatuur verwarmingsbedrijf – afhankelijk van bedrijfsituatie
  4. Afgiftetemperatuur ruimtekoeling – voor een hoge-temperatuur koelsysteem ± 18 oC
  5. Brontemperatuur koelbedrijf – afhankelijk van bedrijfsituatie

De afgiftetemperaturen worden hierbij vast gekozen door de ontwerper en zijn vooral afhankelijk van het gekozen afgiftesysteem. De brontemperaturen daarentegen zijn afhankelijk van de bedrijfsituatie en de energetische geschiedenis van het systeem. Wanneer er vooral warmte geleverd wordt zal de temperatuur in het systeem gedurende de levensduur lanzaam dalen, bij een gebalanceerde energievraag blijft de gemiddelde temperatuur gelijk.

Gbes brontemperatuur.png

In het figuur hierboven is de temperatuurontwikkeling van een fictief systeem weergegeven. Stel dat de ontwerptemperatuur ± 0 oC is, dan wordt deze voor het systeem zonder energiebalans in jaar 25 bereikt, alle eerdere jaren is de temperatuur altijd hoger. Het totale rendement van dit ontwerp zal dan ook hoger zijn dan het systeem met 100% energiebalans, daar is de temperatuur al in jaar 10 0C. Het verschil is uiteraard dat het systeem met 100% energiebalans kleiner zal zijn (en daarmee goedkoper in aanleg).

 

Keuzemogelijkheden

Met betrekking tot de ontwerptemperatuur (aanvoertemperatuur bodemcircuit) kunnen de volgende keuzes worden gemaakt:

A B C
ontwerptemperatuur >= -3 <= +30 >= 0 <= +20 >= +3 <=+20

Tabel 1: Ontwerptemperatuur: aanvoertemperatuur bodemcircuit

Bij variant A voldoe je aan de wettelijke eisen (bij grotere koellasten zal niet alle koeling als passieve koeling leverbaar zijn), bij variant B realiseer je hoger rendement en bij variant C kan je het systeem laten functioneren met water als circulatiemedium.

Om deze naar de gemiddelde mediumtemperatuur te vertalen moet het temperatuurverschil over aanvoer en retour nog in rekening worden gebracht.

Inhoudsopgave