Interferentieberekeningen: een aandachtspunt tijdens de melding of vergunningsaanvraag

jun 21, 2021

Voordat een gesloten bodemenergiesysteem aangelegd kan worden, moet deze gemeld worden bij het bevoegd gezag. Dit is in veel gevallen de gemeente. Wanneer het systeem een hoger bodemzijdig vermogen heeft dan 70 kW, dan is er naast de melding ook nog een vergunning benodigd. Voor de voortgang van projecten is het van belang dat de aanvraag tijdig wordt ingediend en dat alle gegevens compleet zijn. Uitloop van projecten kan zo voorkomen worden en het helpt het bevoegd gezag om een goede beoordeling te maken.

Door: Ineke van den Oever

Aan welke gegevens de aanvraag moet voldoen kan teruggevonden worden in artikel 1.21a en paragraaf 3.2.8 van het Activiteitenbesluit milieubeheer of in 1.10a en hoofdstuk 3a van het Besluit lozen buiten inrichtingen. Het aangeven of er interferentie is tussen systemen, is hierbij een van de aandachtspunten.

Welke methode?

Er zijn een aantal methodes die gebruikt kunnen worden voor het berekenen van interferentie, bijvoorbeeld ITGBES of een modelberekening. Het aanleveren van de resultaten uit de Earth Energy Designer (EED) volstaat niet om de interferentie tussen systemen te onderbouwen. EED berekend namelijk alleen de lustemperaturen van 1 systeem en niet de temperaturen van meerdere systemen of de invloed tussen verschillende systemen.

De keuze voor welke methode het beste gebruikt kan worden, hangt af van onder andere:

  • Het soort systeem (open of gesloten)
  • Het aantal systemen en het aantal lussen per systeem
  • De afstand tussen de systemen
  • De diepte van de bodemlussen en de specifieke warmte onttrekking
  • De warmte geleidingscoëfficiënt van de bodem en de grondwaterstroming.

Bijlage 2 uit de BUM en HUM BE deel 2 geeft bijvoorbeeld richtlijnen met betrekking tot het bepalen van interferentie tussen gesloten systemen, zoals in onderstaande tabel.

Onderbouwing interferentie

Een onderbouwing van de interferentie tussen systemen is nodig voor open en gesloten systemen binnen 750 m van elkaar, grote gesloten bodemenergiesystemen binnen 350 m of tussen kleine gesloten bodemenergiesystemen binnen 120 m. Bij de melding of de vergunningaanvraag dient ook een onderbouwing gegeven te worden, waarom er voor een methode gekozen is. Het duidelijk beschrijven en volledig aanleveren van alle resultaten, zal er in het vergunningstraject voor zorgen dat de melding of vergunning tijdig wordt verleend.